Arjan

Arjan Haan | 30 juni 2021

Wat zijn informatievaardigheden?

 

We hebben tegenwoordig bergen aan informatie binnen handbereik, en Google is onze beste vriend. Maar het is, afhankelijk van het onderwerp, nog best een kunst om te vinden wat je zoekt tussen al die resultaten. Laat informatie­vaardig­heden hier nu net over gaan.

Informatievaardigheden houden in dat je weet hoe je informatie kunt zoeken, beoordelen en verwerken.


Kinderen zijn geneigd om, zonder erbij na te denken, informatie van websites over te nemen, blijkt onder andere uit een onderzoek van Kennisnet ‘Monitor Jeugd en Media’. Alles wat op het internet staat is toch waar? Helaas niet, maar het is voor kinderen nog moeilijk te begrijpen dat andere mensen belang kunnen hebben bij het verdraaien of weglaten van feiten. Daarnaast zijn veel teksten ook nog van hoog niveau. Maarten Sprenger, schrijver van het boek ‘Slim zoeken’ geeft in een podcast van Kennisnet aan dat 80% van de teksten op het internet minstens havo 3 niveau vereist.

Drie categorieën van online zoeken

Maarten legt uit dat ‘zoeken’ onder te verdelen is in drie categorieën, namelijk;

  • Navigerend zoeken: op zoek gaan naar iets dat je wilt terugzien of op zoek gaan naar een bepaalde route.
  • Transactie zoeken: op zoek gaan naar dingen die je wilt zien of kopen.
  • Informatief zoeken: op zoek gaan naar wat je nog niet weet, onderzoeken dus, bronnen vergelijken, etc.

De eerste twee soorten gebruiken we dagelijks. Zo wil je bijvoorbeeld ‘s ochtends nog even een fragment van een talkshow terugkijken omdat je de avond ervoor in slaap gevallen was. Of wil je een racefiets kopen, maar omdat ze nieuw zo duur zijn, snuffel je op websites en Facebook groepen voor tweedehands spullen rond naar de beste deal.

Navigerend zoeken en transactie zoeken zijn belangrijke vaardigheden om je goed te kunnen redden in de digitale maatschappij. Maar de derde in rij, informatief zoeken, is van een hogere orde. Zoeken naar informatie dat je nog niet kent, maar nieuwsgierig naar bent, is moeilijk. Dat je de eerste twee vaardigheden beheerst, zegt niet dat je in staat bent om ook informatie te zoeken.

De Taxonomie van Bloom geeft je meer inzicht in welke taken vallen onder hogere orde vaardigheden. Categorie 4, Analyseren, is waar informatievaardigheden onder vallen.  Het vraagt onder andere van leerlingen kritisch te denken en daagt ze uit zelfstandig op zoek te gaan naar informatie. 


👉 Lees onze blog "Hoe werkt een zoekmachine?"

Het verband met leesvaardigheid

Informatief zoeken is de categorie die een sterke samenhang heeft met leesvaardigheid

Meer nog dan de andere onderdelen van digitale geletterdheid is dus de beheersing van de informatievaardigheden sterk afhankelijk van de leesvaardigheden. Met gericht filmpjes zoeken, kom je misschien een heel eind. Maar wanneer nieuwe informatie moet worden verworven, is het onontkomelijk dat daarvoor veel tekst voor moet worden gescand en gelezen. En met de wetenschap dat een groot deel van de online teksten van hoog niveau is, maakt dat het voor basisschoolleerlingen en onderbouwers op het voortgezet onderwijs niet eenvoudiger.

Digitale kloof

Natascha Notten, afgestudeerd socioloog, heeft onderzocht wat de invloed van je thuisomgeving voor invloed heeft op leesvaardigheden en dus informatievaardigheden. Het blijkt dat hoogopgeleide ouders het meeste aandacht besteden aan de lees- en online vaardigheden van hun kinderen. Niet elk kind wordt op dezelfde manier gestimuleerd en dus ontstaat er een kloof. Niet alleen een leeskloof, waar elke leerkracht in zijn dagelijks handelen mee te maken heeft, maar ook een digitale kloof. Kinderen die offline minder goed lezen, lezen online ook minder goed, een causaal verband.

 

👉 Lees onze blog "De kracht van technologie"

Basicly leerlijn voor informatievaardigheden

Op zoek naar uitgewerkt lesmateriaal gekoppeld aan een doorlopende leerlijn?
Ga aan de slag met de Basicly leerlijn.

Informatievaardigheden in het onderwijs

Het big six model

Wil je gestructureerd aandacht besteden aan de informatievaardigheden, dan is stap één dus nog steeds het stimuleren van offline lezen. Maar daarnaast is er het big six model ontworpen dat houvast biedt. Dit model wordt ook vanuit SLO aangeraden. Het laat je enerzijds zien hoe je stapsgewijs een compleet onderzoek uitvoert met leerlingen maar geeft je ook de kans in te zoomen op één specifiek onderdeel. Het is als volgt opgebouwd:

  1. Informatievraag opstellen: Wat wil je weten? Leerlingen gaan een duidelijke informatievraag opstellen. In de hogere leerjaren komen daar ook deelvragen bij.
  2. Zoekstrategie bepalen: Leerlingen denken na over hoe ze gaan zoeken? Welke bronnen kunnen gebruikt worden en wat zijn efficiënte zoektermen?
  3. Vinden van de juiste informatie: Leerlingen kunnen bepalen of gevonden informatie betrouwbaar is.
  4. Gebruiken van informatie: Leerlingen hoe ze de bronnen kunnen noteren die gebruikt zijn voor het onderzoek.
  5. Presenteren van de informatie: Er wordt geoefend met het omschrijven van de gevonden informatie in eigen woorden. Leerlingen kunnen de resultaten van hun onderzoek presenteren aan elkaar.
  6. Evalueren van het onderzoek: Leerlingen reflecteren op het proces én het eindproduct (het onderzoek).

👉 Lees onze blog "Kritisch speuren"

The big six model

Met je klas aan de slag

Hoe pak je dit nu het beste aan? Er zijn een heleboel mogelijkheden om informatievaardigheden te koppelen aan bestaande vakken of thema’s. Kennisnet benoemt hiervoor ook concrete tips.

Laat de leerlingen in de onderbouw bijvoorbeeld eens per week een website bekijken, al dan niet met een leesmoeder. Vraag wat ze zien. Wat er gebeurt als ze op een link in de tekst klikken. Laat ze bedenken hoe ze weer terugkomen bij de basistekst. Besteed aandacht aan het scannen van de titels en kopjes. Kortom, leer ze hoe ze moeten omgaan met niet lineaire teksten.

3 handige tips voor leerkrachten

Ten slotte willen we je nog wat handige tips meegeven, die direct toepasbaar zijn en je het online speuren wat comfortabeler kunnen maken.

  1. Het toetsenbord biedt tal van sneltoetsfuncties om het ‘computeren’ aangenamer te maken. Op zoek naar informatie is onze favoriete sneltoetscombinatie die van ctrl en de ‘F’. Druk op beide toetsen tegelijk en ga zo gericht op zoek naar een woord.

  2. De tweede tip is het zoeken in een andere taal. Aangezien een aanzienlijk groter deel van de wereldbevolking Engels spreekt in vergelijking met Nederlands, is er in die taal ook meer gepubliceerd. Vertaal de zoekwoorden die je gebruikt dus naar het Engels en zoek daarmee naar informatie. Ook op YouTube kan het lonen te zoeken in het Engels. Steeds meer video’s zijn beschikbaar met Nederlandse ondertiteling waardoor kinderen het ook goed kunnen volgen.

  3. De laatste tip. Laat de leerlingen in je klas nadenken over synoniemen van gekozen zoekwoorden. Allereerst is het gebruik van synoniemen al een prachtige taalles op zich, maar voornamelijk helpt het je te komen tot nieuwe informatie.